08 december 2023

Weg en onderweg

Het is vrijdag 8 december, in twee opzichten voor mij een bijzondere dag. Het verband daartussen is dat het over mensen gaat die weg zijn. De een is definitief weg, de ander is weg maar kan terugkomen.

Afgelopen woensdag is Bert, waarover ik eerder schreef op zuiderend.com, in besloten kring begraven. Vanmiddag was er de herdenkingsdienst met als naam ’verbindingsbijeenkomst’ in het tot de laatste plaats bezette kerkgebouw van de Doopsgezinde Gemeente Walcheren. Verbindingsbijeenkomst omdat Bert mensen samen bracht, verbinding zocht,  enthousiasmeerde om mee te doen. Daarbij was voor hem muziek heel belangrijk. Er was vanmiddag ook veel muziek in de bijeenkomst, muziek die moest helpen waar woorden tekort schieten. Er waren twee koren, viool, blokfluiten, sopraansax en natuurlijk orgel, het ’orgel van Bert’ dat vanmiddag het laatste ’woord’ had.

De dood neemt iemand weg, het einde van de levensreis, of zoals Bert het zei: de trein stopt ergens, ik stap uit en dan is er een hand op mijn schouder en een stem die zegt: kom maar met mij mee. Er ontstaat een lege plaats in het leven van velen en dat wordt nooit meer anders. Over de verwerking van zo’n verlies zijn al veel boeken geschreven.
Op de website van Trouw is gisteren een interview geplaatst met de schrijver en dichter Marjoleine de Vos. Het interview is naar aanleiding van het verschijnen van haar nieuwe boek getiteld En steeds is alles er. Daarin onderzoekt ze wat er gebeurt als iemand van wie je zielsveel hield dood is. Het gaat over missen en herinneren en wat dat betekent. Daarbij komt de vraag aan de orde dat het anders is om iemand te missen die op reis is, zelfs als die persoon onbereikbaar is. Je weet dat iemand ergens is, onderweg of op een vaste woonplaats. Een niet te verwaarlozen verschil met iemand die is overleden. Je hoeft dan niet tegen je zintuigen te zeggen: nooit meer. Het is alleen maar ’niet nu’. Als iemand er echt niet meer is, dan valt er hoe dan ook niets meer te verwachten, aldus Marjoleine de Vos.

Vandaag is mijn dochter 50 jaar geworden. Zij heeft ervoor gekozen voor mij en Ans onbereikbaar te zijn, alweer ruim 22 jaar. Elke dag is er in al die jaren de hoop bij ons dat, vanuit de plaats waar ze woont met haar zonen, er een teken van toenadering komt. Alsof ze op reis is, ergens onbereikbaar, en niet wil laten weten of en wanneer er een thuiskomst zal zijn.

Bert is voor altijd weg, mijn jongste broer ook – ik schreef eerder over hem op zuiderend.com. Ook mijn ouders, mijn schoonouders en zo vele, vele andere bekenden uit familie- en vriendenkring, school, studie, werk.
Een van mijn favoriete wandelplekken is de Groene Boulevard in Vlissingen. De Westerschelde verwijdt zich daar naar de eindeloze zee waar schepen onderweg zijn naar vele bestemmingen. 
Ze komen vanuit de verte ook de Westerschelde op, varen dicht langs de boulevard op weg naar één van de havens verderop, zoals het Sloegebied, Gent of Antwerpen. Een plaats waar ze kunnen aanmeren om te laden, lossen, fourageren en tanken. De bemanning is veel onderweg, maar kan in een haven van boord om naar huis te gaan.  Onderweg is niet voor altijd weg. Daar moet ik tijdens een wandeling daar wel eens aan denken.


Thuiskomst: op weg naar de haven na een reis over de eindeloze zee


Morgen is er een nieuwe dag, de volgende in de reeks van dagen de toekomst in. Al die dagen is er wel weer een moment van hoop. De zintuigen weten dat er nog iets te verwachten is. Hoor ik wat, zie ik wat? 
Het is een reeks van dagen die eens tot een einde komt.