Vandaag is het 10 jaar geleden dat Ans en ik voor de schonere lucht van Dordrecht naar Zeeland verhuisden. Verhuisbedrijf De Haan bracht ons met onze spullen in twee vrachtwagens naar Middelburg en toen ze leeg weg waren en het huis stampvol spullen en dozen stond, zijn we op de fiets gesprongen en een hapje gaan eten op het terras van De Huifkar aan de Markt. Daar was toen de jaarlijkse kermis en omgeven door het lawaai en de gezelligheid zijn we daar met ons inburgeringsproces begonnen.
In de jaren daarna hebben we veel meegemaakt. Allerlei medische malheur, zoals een hartinfarct (ik) en borstkanker (Ans). Maar ook leuke dingen. Vijf jaar lang organiseerde ik kleine concerten in een van de abdijkerken, Ans werkte mee aan een enorm wandkleed voor de Nieuwe Kerk. Ik zong in de oratoriumvereniging en was een aantal jaren secretaris van de organistenvereniging.
Maar op de een of andere manier is het toch niet helemaal van de grond gekomen, dat zich thuis voelen hier. Natuurlijk, na een paar jaar brak er flinke heibel uit in de kerk waar we ons bij hadden aangesloten. Toen we de kerk achter ons lieten verloren we ook contacten, hoewel het 'erbij horen’ in de kerk toch ook wel stroef ging. Daarbuiten wilde het inburgeren eveneens niet erg vlotten; geregeld stak heimwee de kop op. Als we dan weer eens in Dordt waren, vonden we het er wel erg druk. Dat dan ook weer. Vooral vergeleken met Walcheren buiten het toeristenseizoen. Wat zou dat toch zijn, die wankelmoedigheid?